VAN GOUDGEEL NAAR ROOD

 

Ik heb zestien jaar een goudgele auto gehad. Altijd opvallend geweest tussen de grijze en zwarte auto’s. Snel terug te vinden op een parkeerterrein. Maar na zestien jaar vertrouwde ik hem niet meer helemaal. Ik kocht een andere en die was toevallig rood. Bij een tweedehandse auto heb je niet altijd de keuze.

 

Ik moest even wennen aan een rode auto voor mijn deur. Toen ik hem kocht dacht ik dat hij ook zou opvallen evenals die goudgele. Maar dat is niet zo. Als je eenmaal een rode auto hebt zie je pas dat er heel veel auto’s rood zijn.

 

Niets aan de hand met die kleur. Of toch wel? Nou, het was me in die goudgele auto opgevallen dat ik zelden bumperklevers had. En echt, dat lag naar mijn overtuiging aan de kleur. Maar nu met die rode? Het is alsof iedereen die achter me rijd vindt dat een rode auto hard moet rijden. Ik heb vaak bumperklevers en mensen die me tot grotere snelheid willen dwingen.

 

Dat is vooral in de stad het geval. Maar wie achter mij rijdt heeft in de stad geen kans harder te rijden dan vijftig kilometer. Al zit hij of zij nog zo te wringen. Ik houd me aan de maximum snelheid en ben wat dat betreft roomser dan de paus. En inhalen is in de stad zelden mogelijk.

 

In het donker krijg ik dan lichtflitsen en overdag durft weleens iemand te claxonneren. Stoïcijns als ik ben houd ik mijn voet op het gaspedaal in dezelfde stand. In mijn spiegeltje zie ik soms woedende blikken van chauffeurs achter me. Als ik dan de andere dag lees dat er weer een ongeluk is gebeurd door te hard rijden denk ik: blijf maar gerust die brave Hendrik.

 

Voor meer verhalen klik hier

Mijn nieuwe boek klik hier