EINDDOEL BERGMEER

 

Ik zat te denken: haal ik het, of moet ik, voordat ik mijn einddoel heb bereikt al omkeren? De cabinebaan van het Oostenrijkse bergdorp Ehrwald bracht me comfortabel naar een alm op een hoogte van vijftienhonderd meter. Van daaruit wilde ik een flinke klimtocht maken naar de Seebensee. Ik kende de route van vorige jaren, maar ik twijfelde of de tocht die keer niet te zwaar zou zijn. Ik was pas hersteld van een knieblessure.

 

Het begin, met weinig hoogteverschil per meter, ging alles soepel. Zou dat zo blijven? Na de eerste bocht werd het pad al een beetje steiler en na de tweede schatte ik de helling al minstens twaalf procent. Na een klein uur klimmen besloot ik niet het mooie bergpad te kiezen maar verder te gaan over de sintelweg die langer, maar minder steil was. Bij de Seebenalmhütte liet ik het terras links liggen en begon puffend aan het laatste erg steile gedeelte.

 

En mijn knie? Daar ging het wonderwel goed mee, dacht ik. Maar dat had ik niet moeten denken. Prompt begon hij te protesteren en dat werd steeds erger. Ik kon op een gegeven moment niet anders dan een grote steen opzoeken en plofte daarop neer.

 

Mijn stemming sloeg om. Ik dacht: dat gaat niet lukken. Ik had er zo op gehoopt dat  prachtige meer weer eens terug te zien, maar dat ging echt niet meer gebeuren. Ik moest immers ook nog terug met die knie.

 

Terwijl ik in mezelf zat te mopperen hoorde ik gesputter op me afkomen. Toen ik de richting van het geluid uitkeek zag ik een boerenkar aankomen, die voortbewogen werd door een motor die op een aangepaste buitenboordmotor leek. Een paar tellen later had ik het grote voordeel van mijn  uitstraling. Die moet wel heel zielig zijn geweest. Weer even later zat ik gezellig te keuvelen naast een vriendelijke bergboer die me een lift op zijn sputterende kar had aangeboden.

 

Voor meer verhalen klik hier

Mijn nieuwe boek klik hier