VOLGEND JAAR

 

Een dame op de fiets met een sigaret in de hand en een kinderstoeltje achterop. Dat lijkt me geen goede combinatie. Weliswaar is het stoeltje nog leeg, maar dat zal over een kwartier anders zijn als de school uit gaat. Uiteraard is de sigaret dan al verdwenen maar er zijn wellicht situaties waarin dat niet het geval is.

 

De dame sjeest me met gemak voorbij. Dat heeft er niet alleen mee te maken, dat ze de ondersteuning van haar elektrische fiets op maximum heeft staan, maar ook omdat mijn fiets op minimum staat. Als ik een middagje voor mijn plezier ga fietsen, doe ik rustig aan, om goed om me heen te kunnen kijken. Al die hardrijders zijn een uur eerder thuis dan ik en hebben daardoor veel minder genoten.

 

Helaas moet de dame bij een stoplicht wachten en kom ik toch nog in de walm van die sigaret terecht, omdat ik haar inhaal. De wind waait ook juist mijn kant uit. Voor een niet-roker is dat vervelend. Ik kijk haar schuin aan en heb het idee dat ze een schuldige blik heeft. Ik ontkom er niet aan, om te bedenken dat het haar weer niet is gelukt, om een goed voornemen aan het begin van het jaar vol te houden.

 

Ze neemt nog een paar flinke halen tot er slechts een peuk over is en drukt die uit op haar stuur. Zou ze alsnog denken: Dat was de laatste? Of moet ze gewoon volgend jaar weer proberen? Als het stoplicht op groen springt trekken we allebei op. Ik iets sneller, want dat werkt zo, als je de versnelling laag hebt staan. Waar de dame haar peuk heeft gelaten laat zich raden. En dat terwijl de tijd van peukenrapers allang voorbij is.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bezoekersteller