LAST VAN ACNE

 

Citaat uit mijn boek ‘Langs de afgrond’ waarin Tomasz vertelt over zijn gezichtspuistjes.

 

‘Toen ik een jaar of vijftien was, kreeg ik last van acne. Mijn hele gezicht zat vol kleine puistjes. Ik vond het vreselijk. Het maakte me op allerlei terreinen onzeker, wat ik voorheen niet kende. Ik wilde eigenlijk geen mensen meer ontmoeten en moest toch naar school. In de pauzes vermeed ik de groep en trok me zoveel mogelijk terug uit het zicht. Ik kreeg er sterke medicijnen voor die volgens mij enorme invloed op mij hebben gehad. De medicijnen gaven een chemische reactie in mijn hersenen. Ik voelde me psychisch niet in orde en werd depressief. Ik had nergens plezier meer in. Zelfs mijn hondje kon mijn sombere stemming niet meer opbeuren. Als ik naar buiten keek, leek alles grijs.

 

Na school had ik geen zin meer om nog iets te ondernemen en zat tijden lang eenzaam op mijn kamer. Nu weet ik dat de medicamenten waarschijnlijk oorzaak waren van een tekort aan dopamine en serotonine. De medicijnen hebben, naast mijn stemmingen en slaappatroon, eveneens mijn eetlust beïnvloed. Ik vermagerde heel sterk. Het gevolg was dat ik me zo vermoeid voelde dat ik zelfs mijn kamer niet meer opruimde. Dat leverde ruzies op met mijn moeder. Ik zei dan dat ik toch zelf moest weten of ik in de rotzooi wilde leven. Daar was ze het natuurlijk niet mee eens. Ik schaamde me later als ik zag dat zij mijn kamer had opgeruimd.

 

In de omgang met mijn vrienden werd ik agressiever. Ik maakte geen ruzie zoals met mijn moeder, maar bestookte hen vaak met rare opmerkingen en onvriendelijk gedrag. Door de felle manier waarop ik dat deed, hoefde ik geen weerwoord te verwachten. Waarschijnlijk bracht de onzekerheid over mezelf en een slecht zelfbeeld me daartoe. Ik was ook voortdurend bezig met hoe ik eruitzag. Het heeft een paar jaar geduurd voordat ik mijn gezicht weer echt toonbaar vond.’

 

Info over mijn boek klik hier

Voor meer verhalen klik hier