PAASTAKKEN

 

Wimke, van de snackbar in het Brabantse dorp Oijen, heeft een kronkelwilg in zijn tuin staan. Hij heeft de gewoonte om daar elk jaar tegen Pasen een aantal takken af te snoeien. Klanten van zijn snackbar mogen die meenemen en als paastakken gebruiken.

 

Ik neem ook elk jaar een paar takjes mee en zet die zorgvuldig in een grote pot goed zichtbaar in een hoek van mijn kamer. Zo ook afgelopen voorjaar. Ik kon ze met een beetje moeite vastmaken onder de snelbinder van mijn fiets.

 

Maar elke voorbijganger en persoon op straat kon zien dat ik die takken had. De meesten valt zoiets niet op, maar een keer was dat wel het geval. Dat was dan ook geen gewone voorbijganger maar een tuinman die langs de provinciale weg bomen aan het snoeien was. Logisch dat zo iemand alerter is op al wat groeit en wat met tuinen te maken heeft.

 

Hij zag mij met de takken fietsen en riep: ‘Hela, dat is niet de bedoeling hoor.’ Ik wist niet wat hij bedoelde en keek verbaasd zijn richting uit. ‘Je mag niet zomaar takken snoeien,’ zei hij. Ik dacht, waar heeft die man het over? ‘Geef ze maar, dan gaan ze in de hakselmachine, ’zei hij op gebiedende toon. ‘Ben je betoeterd,’ zei ik. ‘Ik heb ze eerlijk gekregen van Wimke. Ze zijn bedoeld als versiering voor Pasen.’

 

Op dat moment begon een collega keihard te lachen. De man stond boven aan een trap en had juist een te ver overhangende tak gesnoeid. Toen bekende de andere tuinman: ‘Ik was dit jaar vergeten om een 1 aprilgrap te maken en dacht, ik zal die man met die takken onder zijn snelbinder eens hebben, ook al is dat tien dagen te laat.’

 

Voor meer verhalen klik hier